top of page
De boom.jpeg
De boom

 

Nogal flink ziek lag ik in het ziekenhuis te piekeren over de toekomst van mijn huis als ik er niet meer zal zijn. Tot nu toe heb ik geprobeerd, en is het mij gelukt, geen “huisjesmelker” te zijn. Mijn ouders hebben nooit een huis in bezit willen hebben, al was die gelegenheid daartoe er wel geweest. Misschien wel beïnvloed door die houding is het mij vele jaren gelukt het huis in de Vondelstraat te beheren op basis van vriendschap en het onderhoud te financieren uit de opbrengst van de huren, aangevuld door wat ik met werk verdiende. Het dak bij voorbeeld kon ik in 1980 laten vernieuwen doordat ik voor het filmscript Charlotte dat jaar de Bayerische Staatsprijs mocht ontvangen. Een groot bedrag, niet over de balk gegooid, maar in het dak geïnvesteerd.

Intussen heb ik, met veel plezier, tijd en zorg in de tuin gestopt. 

In dat ziekenhuisbed lag ik me voor te stellen hoe erg het zou kunnen aflopen met dat bizondere huis en die zuivere, onbesmette tuin. In deze hele buurt om het Vondelpark heen is er veel gaande – de ligging van mijn huis en tuin vragen als het ware om een verbouwing en de hoek bij de straat zou, voor wie wil, een perfecte ingang voor een garage kunnen worden. De oude boom die daarvoor in de weg zou staan, zou dan wel weg moeten, maar, zo gaat dat, “jammer”, maar als hij toch al weg is komt er hoogstens een kleine straf op te staan, ach ja, op de gigantische winst die het geheel oplevert, valt daarbij zo’n som in het niets.

Mijn boom, die ik zo lang gekoesterd heb en die ik heb laten onderhouden door boomchirurg Veronica van Amerongen mag dat lot niet ondergaan, dacht ik, en daar voelde ik me verantwoordelijk voor. 

Eén rijkbebladerde boom geeft schaduw in de hete zomers en is een thuis voor talrijke vogels. Mag niet veronachtzaamd worden. Daar ben ik van doordrongen en met de dood van één mens, de mijne, mag, naar mijn overtuiging, het bestaan van een groen deel van Amsterdam niet in het nauw komen. Zo leek het oprichten van de stichting het meest op een reddingsactie.

 

Judith Herzberg, maart 2024

BELEIDSPLAN Stichting De Groene Egel 2020 - 2022

INLEIDING

 

De Groene Egel is een cultureel-maatschappelijke stichting die zich inzet voor literatuur en natuur in de breedste zin van het woord, volgens de idealen van theaterschrijfster en dichter Judith Herzberg.

In haar werk laat Judith Herzberg vaak zien hoe onmenselijke systemen de menselijke waardigheid aantasten en nog generaties lang littekens achterlaten. Ook in haar dagelijks leven verzet zij zich tegen alle vormen van politieke en economische repressie.

De manier waarop we met elkaar omgaan wordt weerspiegeld in de omgang met onze omgeving. Die omgeving kan groot zijn – de samenleving, de wereld, de planeet – maar ook klein; onze vrienden, geliefden en familie, ons werk, ons huis en onze tuin. 

Het huis, gelegen aan de Vondelstraat 75A te Amsterdam, biedt onderdak aan schrijvers en theatermakers en haar tuin – een uitloper van het Amsterdamse Vondelpark – zal blijvend ecologisch worden beheerd. Het huis, een Rijksmonument ontworpen én bewoond door architect Pierre Cuypers, heeft zij zoveel mogelijk in oorspronkelijk staat behouden.

De Groene Egel zal de idealen van Judith Herzberg volgen door haar huis en tuin te beheren en open te stellen voor culturele en maatschappelijke activiteiten. De stichting wil bovendien het op biologische principes gebaseerde onderhoud van tuinen rondom het Vondelpark propageren en bevorderen. Zoals het Vondelpark bedacht is als een groene oase in de stad, zo wil de Groene Egel het huis van Judith, ‘Nieuw Leyerhoven’, een oase laten blijven voor schrijvers en theatermakers.

Daarnaast wil de Groene Egel kwalitatief hoogwaardige Nederlandse toneelschrijfkunst blijven bevorderen. 

‘NIEUW LEYERHOVEN’

 

Pierre Cuypers was zowel opdrachtgever als architect van ‘Nieuw Leyerhoven’, een dubbele villa aan de Vondelstraat die in 1876-1877 gebouwd is tegenover de Vondelkerk. 

Cuypers ontwierp de villa in een sobere combinatie van neo-gotische en neo-renaissancistische invloeden. Hij heeft er zelf een aantal jaren gewoond.

De villa heeft een opvallende erker, een traptoren en een bonte verzameling aan dakvormen, gedekt met pannen, shingles en zink. Het pand is een vroeg voorbeeld van de veranderende opvattingen over villabouw en wooncultuur in het laatste kwart van de 19de eeuw. De architectuur is kenmerkend voor het profane werk van de katholieke architect Cuypers. Vanwege haar architectuurhistorische waarde is de villa erkend als zowel Rijks- als Stadsmonument. Samen met de Vondelkerk en de omringende huizen, vele ook ontworpen door Cuypers, is het huis van stedenbouwkundig belang, gelegen naast een van de ingangen van het Vondelpark. 

Bijzonder is dat het huis mede-bewoond is door kunstenaars, waaronder  in het verleden componist Henk van der Meulen, componist/muziekpublicist Elmer Schönberger, actrice Els Ingeborg Smits, bioloog/schilder Tijs Goldschmidt en thans regisseur Jan Joris Lamers en actrice Annette Kouwenhoven.

'Nieuw Leyerhoven' en de Vondelkerk, van architect Pierre Cuijpers in 1885

DE TUIN VAN VONDELSTRAAT 75A – AMSTERDAM

De tuin bij het huis Vondelstraat 75A loopt van de straatkant aan de Vondelstraat tot, aan de andere kant, waar hij grenst aan het Vondelpark. Aan de straatkant is de grenslijn ongeveer 25 meter, aan het park ongeveer 10 meter. Daartussen meet de tuin, langszij het huis, zo’n 37 meter.

Het deel bij het park vangt de meeste zon en is om die reden meer als siertuin geschikt. Dit gedeelte is in 1965 ontworpen door de beroemd geworden tuin-architecte Mien Ruys (Kwekerij Moerheim, Dedemsvaart). 

Op advies van Mien Ruys is het boomrijke deel van de tuin aan de straatkant min of meer aan de natuur overgelaten. In de jaren '60 begon juist de opvatting door te dringen van het belang van de natuurlijke aanpak van groen. Ook en juist in de stad. Niet verwaarlozen maar laten verwilderen als bijdrage aan het ecologisch evenwicht.

Het deel ongerepte natuur tussen Vondelstraat en Vondelpark trekt een groot aantal vogels die daar ook nestelen. Staartmezen, zanglijsters, tjiftjaf, bosuil, vinken, koolmezen, pimpelmezen, groenlingen, heggemussen, zwartkop, spechten en eksters vinden er een uitwijkplaats en vooral ook broedplaats.

Een klein veilig paradijs dat je gemakkelijk over het hoofd zou kunnen zien, maar dat ook een belangrijk onderdeel is van het 'eco-systeem voor onze vliegende vrienden'. Ook insecten als vlinders, bijen en minstens 4 soorten hommels zijn er te vinden. Egels en fazanten zijn helaas schaars geworden.

Beleidsplan_Groene_Egel_versie_5_januari

De tuin, grenzend aan het Vondelpark.

ontwerp: Mien Ruys

Om het Vondelpark heen zijn, ondoordacht, veel tuinen betegeld. Juist ook daarom is het belangrijk dat één van die uitlopers van het park in ongerepte staat behouden blijft.

De meer in cultuur gebrachte siertuin is nooit behandeld met gif, van welke aard dan ook en evenmin is er ooit kunstmest aan te pas gekomen om er een bloeiend geheel van te maken. Chemicaliën zijn consequent gemeden, wat een uniek en onaangetast geheel opgeleverd heeft tot de dag en nacht van vandaag!

In die zin kan deze lap grond dus beschouwd worden als 'uniek horticultureel erfgoed'.

JUDITH HERZBERG EN HAAR OEUVRE 

 

Judith Herzberg (Amsterdam, 1934)  schrijft gedichten en toneelstukken, ze schreef filmscenario's en teksten voor muziektheater, ze maakte vertalingen, bewerkingen en artikelen en schrijft -het liefst- brieven. Zij is behalve een van de meest gewaardeerde dichters van ons land, ook een van onze belangrijkste toneelschrijvers. Haar toneelstuk Leedvermaak (1982) was een mijlpaal in de toneelgeschiedenis. Later schreef Herzberg nog twee delen (Rijgdraad en Simon) waarmee het een trilogie werd. Niet eerder was er zo geschreven over hoe een oorlog doorwerkt in de levens van latere generaties. De trilogie is in 2020 voor het eerst in zijn geheel opgevoerd in een marathonvoorstelling die regisseur Erik de Vroedt maakte voor Het Nationale Theater, den Haag.

'Als geen ander weet Judith Herzberg de vaak moeilijke, menselijke relaties in schijnbaar terloopse en luchtige dialogen vorm te geven. Nergens pathetisch, maar met daarónder steeds die open wond van zwijgen, wegkijken, niet-begrijpen, het jarenlang weggedrukte janken, de geamputeerde woede' zoals Loek Zonneveld dat beschreef in de Groene Amsterdammer (22-10-2014).

 

Judith Herzberg publiceerde in 1963 haar eerste poëziebundel Zeepost waarin gedichten opgenomen werden die nu tot nationaal erfgoed gerekend mogen worden. Zesenvijftig jaar later zijn ze onverminderd geliefd. Er volgden vele honderden gedichten in tientallen bundels en bloemlezingen. 

 

Aan Judith Herzberg werden vele prijzen toegekend:

De Jan Campertprijs, de Charlotte Köhler-prijs, de Joost van den Vondel-prijs voor haar 

dicht-, toneel- en filmwerk. De Cesoda-prijs, de Nederlands/Vlaamse Toneelschrijfprijs, de Contantijn Huygens-prijs en drie jaar later, in 1997, de P.C.Hooftprijs voor haar gehele oeuvre.

In 2018 ontving Judith Herzberg uit handen van de koning Willem Alexander de Prijs der Nederlandse Letteren, de meest prestigieuze onderscheiding in het Nederlandse taalgebied.

 

Voor de volledige lijst publicaties van haar werk: https://www.schrijversinfo.nl/herzbergjudith.html

DE NALATENSCHAP

De beschikking over de nalatenschap zal tezijnertijd worden geregeld in overleg met de erfgenamen van Judith Herzberg, Het Literatuurmuseum in den Haag en uitgeverij de Harmonie in Amsterdam.

Het grootste deel van het archief zal toegankelijk blijven. De Stichting zal betrokken zijn bij de literaire nalatenschap.

STICHTING DE GROENE EGEL 

 

De oprichtingsperiode van de stichting is vooral besteed aan het uitzoeken van de wijze waarop tuin en huis in de toekomst het beste veilig gesteld kunnen worden. Daarvoor zijn de juridische en fiscale aspecten onderzocht voor het mogelijk aanvaarden van het onroerend goed door de stichting als schenking dan wel als erfenis - waarbij de belangen van de erfgenamen van Judith en huidige huurders in het oog worden gehouden.

Inmiddels is de waarde van huis en tuin getaxeerd en zijn een meerjarenonderhouds- en een exploitatieplan opgesteld. 

 

 

PLANNEN:

LEZINGEN

In het huis zullen lezingen worden gehouden over het belang van natuurbehoud. Onderzoekers, schrijvers en/of journalisten zullen worden uitgenodigd nieuwe inzichten met elkaar te delen.

WRITERS IN RESIDENCE

Huis en tuin zullen op den duur niet alleen opengesteld worden voor literaire en natuurbehoud activiteiten, ook kunnen schrijvers er tijdelijk onderdak krijgen als ‘writer in residence’ waar zij ongestoord kunnen werken aan projecten die aansluiten bij de doelstellingen van de stichting.

bottom of page